Zandvoort, Bloemendaal en Haarlem: het lijkt landelijk gebied, maar ook hier hebben startende leraren het moeilijk om betaalbare woonruimte te vinden en reizen de parkeerkosten de pan uit. Het is een van de problemen waar scholen mee te maken hebben in deze regio. Het aantal leerlingen in het po zal de komende jaren licht stijgen; aan de andere kant gaat een grote groep leraren de komende periode met pensioen.
Hoe kunnen scholen in die setting zorgen voor goed onderwijs? Miriam Spierings, projectleider van de RAP Zuid-Kennemerland: ‘Scholen in onze regio zijn verschillend van grootte en karakter; er zijn besturen met tientallen scholen en eenpitters. Daarbij hebben onze gemeenten geen gezamenlijk beleid om lerarentekorten aan te pakken. Dat is een uitdaging, ja! Maar wij hebben de afgelopen jaren al gebouwd aan een netwerk. Scholen werkten al samen in de vervangingspool RTC de Beurs. Een rijdende trein en die rijdt dankzij de RAP-subsidie nu wat harder.’
‘Wij hebben expres even gewacht met de inrichting van een regionaal onderwijsloket. Er is landelijk al veel informatie beschikbaar voor mensen die geïnteresseerd zijn in een baan in het onderwijs. Wij wilden ons onderwijsloket duurzaam inrichten, zodat we het in de toekomst kunnen blijven gebruiken.
Het moet een neutraal en bestuurs-onafhankelijk loket zijn. Ons vertrekpunt is: Samen Opleiden en Professionaliseren. Vanuit die insteek bouwen we het op zodat we het in de toekomst, als alle scholen en opleidingen samenwerken in partnerschappen, kunnen blijven gebruiken.’
Als je samenwerkt moet je soms over je eigen schaduw stappen
Nieuwe instroom: de basis voor voldoende leraren
‘We richten ons met het onderwijsloket met name op instroom in de lerarenopleidingen. Dat is immers de basis voor het opleiden van onderwijsprofessionals. Schoolverlaters en andere mensen die een voltijds, flexibele of duale opleiding willen volgen, moeten snel kunnen zien welk traject er voor hen is. Op dit platform kunnen alle scholen in de regio zich straks als opleidingsschool presenteren.’
De keuzes van Onderwijsloket Zuid-Kennemerland
Toen de deelnemende scholen eenmaal op één lijn zaten, werd het gemakkelijker om keuzes te maken, aldus Spierings. Het loket biedt bijvoorbeeld geen vacatureoverzicht van alle deelnemers, omdat is gebleken dat mensen juist bij scholen zelf kijken. Ook de vervangingspool is niet opgenomen, omdat daar geen behoefte meer aan was. Het onderwijsloket Zuid-Kennemerland wordt in juni 2022 gelanceerd met een social media-campagne. Er staan activiteiten op stapel om jongeren enthousiast te maken voor de pabo, bijvoorbeeld met een meeloopdag op de basisschool.
Zij-instroom is zo gemakkelijk niet
De samenwerkende scholen hebben ook zij-instromers in het vizier. Die kunnen straks terecht op het regionale onderwijsloket voor informatie. Via social media en abri’s worden ze daarop geattendeerd. Laagdrempelig en niet duur om toch veel mensen te bereiken, vindt Spierings. Sinds een aantal jaren organiseren de scholen al zij-instroomtrajecten. Binnenkort start er een traject voor zij-instromers in het speciaal basisonderwijs.
Spierings: ‘We zien veel enthousiasme op voorlichtingsdagen en grote aantallen aanmeldingen. Maar het percentage mensen dat daadwerkelijk geschikt is, valt tegen. Aan de voorkant maken we nu een stevige selectie op basis van achtergrond, ervaring met kinderen en motivatie. We letten er daarbij op of mensen parallelle ervaring hebben met het onderwijs, bijvoorbeeld als sportcoach of in de jeugdhulpverlening. Vervolgens kunnen kandidaten een dag in de week meedraaien op een school. Onze bovenschoolse opleiders komen kijken als ze een proefles geven (samen met de leraar). Na zes weken moeten ze een reflectieverslag schrijven. Als we wederzijds zien dat het bevalt, kunnen ze de opleiding starten. De bedoeling is dat we zij-instromers bij elkaar brengen op een paar scholen; dat maakt het gemakkelijker om ze te begeleiden.’
Behoud van personeel loopt best goed
‘Leraren stappen vooral over naar een andere school omdat ze dichterbij hun woonplaats willen werken, of hun specialisatie op een andere school beter kunnen uitoefenen. Of omdat ze simpelweg toe zijn aan een nieuwe uitdaging. Meestal niet omdat ze uit het onderwijs willen stappen. Daar zijn we natuurlijk blij mee.’
Stroomlijnen arbeidsvoorwaarden
Afspraken maken over het werven van personeel is één ding. Maar om op een lijn te komen over salarissen is niet eenvoudig als er krapte is op de arbeidsmarkt. Over het aanbod aan zij-instromers hebben de deelnemende scholen wel afspraken weten te maken. De hoogte van stagevergoedingen aan pabo-studenten of de inhuur van externen is een heet hangijzer.
Spierings: ‘Natuurlijk willen we niet tegen elkaar uitgespeeld worden, en we willen elkaar ook niet beconcurreren. Ik realiseer me dat het moeilijk is als de nood aan de man is, om je te committeren aan afspraken. Maar als je het partnerschap vanuit een sterke basis vormgeeft, vanuit het opleiden, dan is het gemakkelijker om de volgende stap te nemen en ook afspraken te maken over de moeilijker onderwerpen.’
Anders organiseren
Een van de themalijnen in de regionale samenwerking is Anders Organiseren om het personeelstekort op te vangen. Marten Elkerbout, bestuurder van Stichting Spaarnesant, is trekker van dat onderwerp. Voor de korte termijn hebben veel scholen zelf noodplannen gemaakt als er een leraar uitvalt, om geen klassen naar huis te sturen. Dat geeft ouders, leerlingen en de school rust. Voor de lange termijn moet Anders organiseren van het onderwijs uitgaan van de onderwijsvisie en structureel gericht zijn op verbetering van de onderwijskwaliteit. En daarin legt elke school zijn eigen accent. Zo wordt de digitale Spaarnesantschool ontwikkeld. Daardoor staat er altijd een digitaal lespakket klaar (onafhankelijk van de lesmethode) als leerlingen onverhoopt thuisonderwijs moeten krijgen. Er zijn scholen die een bovenschoolse digitale docent hebben aangesteld om online les te geven. Flexibele vakantieperiodes of de vierdaagse schoolweek: ook daar denken scholen over na. In dit stadium van de samenwerking wisselen zij vooral kennis en ervaringen uit.
De essentie van goed samenwerken
Spierings kijkt met voldoening terug en vooruit naar de samenwerking tussen scholen. Die is onontkoombaar omdat geen enkele school alleen de problemen kan oplossen, meent zij. ‘Wij clusteren kleine en grote schoolbesturen aan elkaar in de regio. Een kleine school komt eerder in de problemen met een personeelstekort en moet dan een beroep kunnen doen op een grote partner. Bovenschoolse solidariteit is nodig want het lerarentekort is de realiteit.’
‘Als je samenwerkt moet je soms over je eigen schaduw stappen. De deelnemende scholen zijn verschillend, qua grootte en achtergrond, of in fase van ontwikkeling. Maar we vinden elkaar bij een gedeelde visie. Een succesfactor is dat je elkaar de ruimte geeft om verschillend te mogen zijn. En soms is het gevolg dat niet iedereen aansluit bij een project als dat niet relevant is. Dat maakt de betrokkenheid niet minder.’
Bovenschoolse solidariteit is nodig want het lerarentekort is de realiteit
Miriam Spierings is sinds 2014 teamleider HRM bij Spaarnesand waar 25 scholen voor openbaar onderwijs zijn aangesloten. Daarnaast is zij projectleider van de RAP Kennermerland-Zuid. Daarvoor bekleedde zij diverse managementfuncties bij de Onderwijs Service Groep. Spierings is opgeleid als econoom aan de Universiteit van Amsterdam.
Tijdens een RAP-kennisdelingsbijeenkomst van 28 maart 2022 gaf Miriam een presentatie.